Vogels

Informatie over vogels

De groep van speciale dieren krijgen bij ons een speciale plaats, dat verdienen ze! Wij hebben ruime ervaring met de zogenaamde "eerstelijns zorg" van vogels. Mocht uw dier specialistische zorg nodig hebben, dan zorgen wij voor verwijzing naar de beste vogelspecialisten. 

Het houden van vogels is een prachtige liefhebberij. Wie geniet er nu niet van het vrolijke gekwetter van een kanarie of de mooie kleuren van een papegaai. Er zijn wel 10.000 verschillende soorten vogels. Al deze vogels stellen verschillende eisen aan hun leefomgeving, voeding en verzorging.

Grofweg kun je de vogelsoorten onderverdelen in elf groepen. Duiven, hoenderachtigen, kraanvogelachtigen, papegaaiachtigen, struisvogelachtigen, roofvogels, uilen, fruiteters, insecteneters, watervogels en zangvogels. Vooral de vorm van de snavel zegt iets over de leefwijze en de voeding van de vogels. Zo hebben zaadeters een kegelvormige snavel terwijl roofvogels een haakvormige snavel hebben.

Omdat er zoveel verschillende vogels zijn, die allemaal verschillende eisen stellen aan hun leefomgeving, voeding en verzorging, is het beslist niet eenvoudig om een vogel goed te houden. Ook zijn veel vogels bijzonder stress gevoelig en dit leidt nogal eens tot zieke dieren. Tot slot kunnen zieke vogels héél lang verbergen dat ze ziek zijn, zodat een vogel met verschijnselen vaak al in levensgevaar verkeert.

Wij richten ons met name op  papegaaiachtigen, ook wel de kromsnavels genoemd. Deze groep bestaat uit zo’n 350 verschillende, vaak bontgekleurde vogels. Ze zijn bijzonder intelligent, kunnen trucjes leren en sommige vogels kunnen zelfs een paar woorden praten. Juist die intelligentie maakt dat de kromsnavels niet de gemakkelijkste huisdieren zijn. Ze hebben veel aandacht, afwisseling en opvoeding nodig. Als hier niet aan voldaan wordt kan het dier zich gaan vervelen en hierdoor allerlei gedragsproblemen ontwikkelen, zoals krijsen, agressief gedrag, zichzelf kaalplukken en alles slopen wat in de kooi hangt. Vrijwel alle papegaaien en parkieten zijn van nature groepsdieren.

  • Vogel mee naar de dierenarts
  • De zieke vogel
  • Verrijking

Vogel mee naar de dierenarts

Vogel mee naar de dierenarts

Voorbereiding

Wanneer u met uw vogel naar de kliniek komt, zijn er een aantal zaken van belang. Omdat vogels vaak zieker zijn dan ze lijken, kan het nodig zijn dat ze bij ons in de opname verblijven. Neem uw vogel daarom mee in een kooitje waarin hij of zij een paar dagen kan wonen, en niet in een doos. De kooi hoeft ook niet heel groot te zijn, omdat we de vogel dan moeilijker kunnen vangen. Een reiskooi met tralies en één of twee stokjes erin is ideaal.

Hang in de kooi een voerbakje en een waterbak (al dan niet gevuld) en neem een voorraad van het eigen voer mee voor als de vogel moet worden opgenomen. Vogels zijn lastige eters, en eten het liefst datgene wat ze al kennen.

LET OP: sommige vogels zijn zó tam, dat ze los meegenomen kunnen worden. Helaas zijn niet altijd alle honden in onze wachtkamer gewend aan vogels. Neem dus ook tamme vogels mee in een kooi en haal ze daar niet uit, voor hun eigen veiligheid.

In de kliniek

Wanneer u op de kliniek bent, zal uw vogel klinisch onderzocht worden. De dierenarts controleert het algemene gedrag van de vogel, de ogen, de neus, de snavel, het verenkleed, de bespiering, vulling van de krop, soepelheid van de buik, beide vleugels en beide pootjes en luistert het hart en de luchtzakken. Daarna mag de vogel op de weegschaal en wordt verse ontlasting onderzocht. Zieke vogels kunnen namelijk lang doen alsof alles goed gaat, maar laten al snel een overgroei van bacteriën, gisten of schimmels in de ontlasting zien wanneer ze iets onder de leden hebben. Dit ontlastingonderzoek is dus een belangrijk onderdeel van het standaard algemeen onderzoek bij de vogel.

Tot slot kan aanvullend onderzoek nodig zijn, afhankelijk van wat de klachten precies zijn. Dit zal de arts met u bespreken tijdens het consult. Sommige onderzoeken kunnen wij zelf uitvoeren, voor andere zult u worden doorverwezen naar vogelspecialisten.

Opname

Helaas zijn vogels kwetsbare dieren met een hoge stofwisseling. Wanneer ze ziek worden en minder of zelfs niets eten, kan dit snel leiden tot ondervoeding met de dood tot gevolg. Daarnaast laten vogels pas in een laat stadium zien dat ze ziek zijn en zullen daarom ook ernstiger ziek zijn wanneer ze voor het eerst bij de dierenarts komen. Vogels die niet of slecht eten, of verzwakt zijn, hebben vaak behoefte aan extra voeding die rechtstreeks in de krop wordt ingegeven. Zo voorkomen we uithongering en kunnen medicijnen de tijd krijgen om te gaan werken. Omdat die sondevoeding niet door u zelf gegeven kan worden, is een opname bij vogels dus eerder noodzakelijk dan bij honden of katten.

De zieke vogel

De zieke vogel

Een zieke vogel zal zo lang mogelijk doen alsof alles goed gaat. Dit komt doordat onze huiskamervogels (over het algemeen) prooidieren zijn. Wanneer een prooidier aan de buitenwereld laat zien dat hij ziek is, is hij kwetsbaar voor aanvallen. Het is dus van levensbelang om te doen alsof alles goed gaat! Een vogel zal daarom niet snel lawaai maken bij pijn, zo lang mogelijk op stok blijven zitten in plaats van op de grond, en zal soms zelfs zaadjes oppakken en weer laten vallen om het eruit te laten zien alsof hij eet. Als eigenaar is het dan ook niet gemakkelijk om te bepalen of een vogel ziek is. Bovendien betekent dit ook, dat wanneer een vogel ziekteverschijnselen laat zien, de ziekte al langer speelt.

De basisregels zijn dan ook:

  1. Bij twijfel, neem contact op met de kliniek voor overleg
  2. Bij verschijnselen, kijk het niet nog een dag aan, maar maak meteen een afspraak

Hieronder volgt een lijst met mogelijke ziekteverschijnselen. Deze lijst is niet compleet, dus ook als u iets anders opvalt aan uw vogel, raden we aan om te overleggen met de kliniek. Mogelijke ziekteverschijnselen zijn onder andere:

  • Minder fluiten of een veranderd stemgeluid
  • Bol zitten
  • Meer slapen, met de oogjes dicht op stok zitten
  • Leunen tegen de wand van de kooi bij het op stok zitten
  • Minder eten (zaadjes worden gepeld of ongepeld op de grond gegooid, pallets gebroken en op de grond gegooid)
  • Overgeven
  • Benauwdheid of een afwijkende ademhaling
  • Zwellingen aan het lichaam
  • Minder ontlasting
  • Groene ontlasting
  • Afwijkende kleur van de uraten of urine (het witte en het waterige gedeelte van de ontlasting)
  • Te veel urine (bij bijna elke ontlasting een plasje water rond de ontlasting)
  • Een pootje ontlasten
  • Niet goed kunnen vliegen
  • Een vleugel laten hangen
  • Bloedverlies of verwondingen
  • Snotneus
  • Uitvloeiing uit ogen of een oog dichtknijpen
  • Persen op een ei, zonder dat het ei eruit komt
  • Van de stok vallen of epileptiforme aanvallen
  • Duizeligheid/slechte coördinatie
  • Vermindering van het lichaamsgewicht

Verrijking

Verrijking

Wat is verrijking eigenlijk? En waarom is dit zo belangrijk?

Veel vogels zijn gevoelig voor verveling, omdat ze zo intelligent zijn. Wat zou er gebeuren wanneer men een vierjarig kind de hele dag opsluit in een box? Net als bij mensen, leidt dit bij vogels ook vaak tot problemen zoals wangedrag, destructief gedrag, bijten, schreeuwen, verenplukken enz. Vooral bij kromsnavels (papegaaien- en parkietensoorten) is dit een groot probleem. Bij verrijking probeert men van alles te doen om verveling bij je kromsnavel te voorkomen. Hierbij houdt men de natuurlijke omgeiving van de vogel in het achterhoofd, waar vaak veel sociale interactie is met verschillende vogels en andere diersoorten, waar uren moet worden gevlogen en geknaagd voor er voldoende gegeten is, en waar vaak moet worden nagedacht over hoe de vogel dat eten kan bemachtigen.

Laat uw kromsnavel daarom werken voor zijn eten. Gebruik bijvoorbeeld verrijkingsspeelgoed om het eten in te verstoppen. Ook simpele dingen, zoals eten in een WC-rol of een propje papier, of grote houten kralen (die de vogel niet kan inslikken of kapot maken) in de voerbak doen bij het eten, kunnen al een uitdaging vormen. Uit onderzoek is gebleken dat een papegaai een voorkeur heeft voor voeding waar ze voor moeten werken, ook al wordt dezelfde voeding ook in een schaaltje aangeboden. Bedenkt u zich hierbij wel, dat een vogel even zal moeten leren hoe het werkt. Als hij nog nooit een WC-rol heeft gezien, zal hij niet automatisch bedenken dat er eten in zit. Bied de nieuwe verrijking daarom aan in fases: eerst een open WC-rol, of één houten kraal in het etensbakje, etc.

In het wild is een vogel zo’n vijf tot acht uur per dag bezig met het zoeken naar eten. In gevangenschap is dit niet meer dan 30 minuten tot een uur. Hierdoor is de kans op verveling groot en kan er probleemgedrag ontstaan. Verrijking is dus niet alleen leuk voor de vogel maar ook nodig om zijn welzijn en gezondheid op peil te houden. Let er wel op dat voedselverrijking bedoeld is om uw vogel langer met zijn eten bezig te laten zijn en niet om hem meer eten te geven. Er moet dus wat minder eten in de gewone voerbak. Wanneer de vogel goed doorheeft hoe het werkt, kan hij zelfs al zijn voedsel via verrijking krijgen. Let wel op dat de vogel voldoende eet, door hem aan het eind van de dag een 'gewone' maaltijd aan te bieden voor als hij nog honger heeft.

De meest natuurlijke voedselverrijking zijn natuurlijk noten in de bast, maar zoals al eerder vermeld (zie voeding) mogen ze daar niet te veel van hebben.

Bied de kromsnavels verse takken aan van wilgen en van (onbespoten!) fruitbomen, deze kunnen ze naar hartelust kapotknagen. U kunt voeding ophangen aan een touw zodat de vogel er moeilijker bij kan. Op een hete zomerdag kunt u fruit in ijsblokjes of bevroren blokjes vruchtensap aanbieden.

U kunt de pellets in een doos met papiersnippers aanbieden, of voeding aanbieden in korfjes van gaas (alleen RVS en alleen voor niet-knagende vogels!). Andere materialen die geschikt zijn voor fourageerspeelgoed zijn o.a onbehandelde rieten manden, touw en hout.

Er zijn ook allerlei speeltjes te koop voor vogels. Hier zijn verschillende categorieën in. Zo zijn er speeltjes die verrassingselementen bevatten, educatief stimulerend zijn, de slingerbehoefde bevredigen of die hij kan slopen/op kan knagen. Het is aan te raden om verschillende speeltjes aan te bieden. Zo heeft de vogel verschillende uitdagingen en kan hij afwisselen. Vooral afwisseling is bij vogels belangrijk. U hoeft natuurlijk niet de hele kooi vol te hangen met speeltjes. U kunt ook bijvoorbeeld één keer per maand of week de kooi opnieuw inrichten. Of elke dag één speeltje vervangen. Zo krijgt de vogel regelmatig nieuwe uitdagingen. De gebruikte speeltjes kunt bewaren om na een tijd weer opnieuw aan te bieden.

Het verschilt per vogel wat hij leuk vind. Dit is een kwestie van uitproberen. Soms moeten ze ook leren om iets te eten of ergens mee te spelen. Laat u dus niet ontmoedigen als uw vogel de eerste keer niet precies weet wat hij moet doen met het speelgoed en bied het gerust na een periode nogmaals aan.

Tot slot: de beste verrijking is een soortgenoot waarmee het goed klikt. Een hele dag alleen thuis zitten is voor niemand leuk, zelfs niet met veel speelgoed en voedselverrijking. Chronische stress zorgt voor een vermindering van de weerstand, waardoor veel vogels met gezondheidsproblemen kampen.

Een gelukkige vogel is vaak ook een gezondere vogel!

Terug naar dieren